Documentation Title

1. Draai de juiste verbindingsstukken op de pomp zoals in de afbeelding hieronder weergegeven.
2. De pomp komt met verschillende koppelstukken. Gebruik het meest geschikte koppelstuk voor je situatie en vijverslang. Snijdt het koppelstuk eventueel een stukje af om capaciteitsverlies te verminderen.
3. Plaats de pomp op een stevige rechte ondergrond in het water. Plaats de pomp niet direct in een sterk vervuilde bodem van de vijver
4. Zorg dat de pomp minimaal 20 cm onder het waterniveau staat, de maximale dompeldiepte bedraagt 2 m.
5. Verbindt de pomp met de controller met de 4-pins stekker en draai goed vast.
6. Plaats de controller op een geventileerde plaats en niet tegen een brandbare ondergrond. De controller moet tegen direct zonlicht en vocht beschermd worden.
7. Steek de stekker van de controller in het stopcontact.

De pomp mag niet droogdraaien, beschadiging hierdoor is niet uit te sluiten.

1. Druk op de Start/Stop toets, om de pomp te starten, als de stekker van het controlepaneel in het stopcontact zit.
2. Gebruik de OMHOOG/OMLAAG knoppen om de gewenste capaciteit van de pomp aan te passen. De tabel geeft de verschillende standen aan met betreffende capaciteit, opvoerhoogte en stroomverbruik.
3. Pauzetoets Wil je vissen voeren en de pomp tijdelijk uitschakelen? Met de voederstand kun je de pomp 10 minuten uitschakelen. Houd de OMHOOG knop ingedrukt totdat je twee keer een toon hoort. De voederstand is dan ingeschakeld.
4. Vergrendel/ontgrendel functie Nadat de gewenste stand is gekozen, op de OMLAAG toets drukken totdat er 2 x een signaal klinkt. De positie is nu vergrendeld. Voor ontrgrendelen kan dezelfde handeling uitgevoerd worden.
5. Ingebouwde memory functie Na een stroomonderbreking start de pomp weer naar de ingestelde stand.
6. Alarm functie Als de pomp droogloopt, zal de pomp automatisch uitschakelen. Er klinkt kort een alarmsignaal om je te waarschuwen. Na 5 seconden zal de pomp opnieuw starten. De pomp zal 5 keer herstarten, mocht de pomp nog steeds drooglopen zal deze zichzelf uitschakelen en de stroomtoevoer afsluiten. Het alarmsignaal zal blijven klinken en foutcode ER03 zal worden getoond. Als de pomp geblokkeerd is door bijvoorbeeld vervuiling, zal de pomp automatisch uitschakelen. Het alarmsignaal van de pomp zal klinken en foutcode ER02 wordt getoond. Als het alarmsignaal klinkt, kun je deze stoppen door de stekker van de controller uit het stopcontact te halen. Los de problemen op en je kunt de controller weer inschakelen.

1. Voet onderkant (4x)
2. Zuigkorf
3. Slangule
4. Afdichtring
5. Pomphuis
6. Rotor/waaier/as
7. O-ring
8. Keramische lager
9. Borgklem
10. Motor
11. Handgreep
12. Rubber voeten (4x)

Is je onderdeel kapot? Bestel gemakkelijk een nieuw onderdeel.